Wie aftrekposten vergeet op te voeren op zijn aangifte over 2015 is een dief van zijn eigen portemonnee. Welke aftrekposten mag je opvoeren bij giften, schenkingen, kinderopvang en een erfenis?

Er hebben in 2015 flinke verschuivingen plaatsgevonden in het kindgebonden budget. Ook zijn twee aftrekposten verdwenen: de verhoogde schenkingsvrijstelling van 100.000 euro voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning en de aftrek van kosten voor levensonderhoud van kinderen onder de 21 jaar die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

Z24 zet de aftrekposten voor familiezaken over 2015 op een rij, van alimentatie tot schenkingen en van erfenissen tot giften.

Partneralimentatie

Ben je gescheiden of uit elkaar gegaan, dan mag je de kosten voor partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen aftrekken. Het is daarbij niet van belang of de regeling via de rechter of langs informele weg tot stand is gekomen, zolang deze maar is vastgelegd. In bepaalde situaties is ook een afkoopsom van alimentatie aan je ex-echtgenoot aftrekbaar. Advocaat- en proceskosten om de alimentatie te verlagen of de alimentatieverplichting teniet te doen, zijn níet aftrekbaar.

Woonde je ex-partner afgelopen jaar in het huis waarvan jij (mede)eigenaar was, dan mag je ook het eigenwoningforfait (een woonbelasting) dat jij hebt aangegeven voor (jouw deel van) het huis aftrekken als alimentatie.

Zijn jullie al langer dan twee jaar uit elkaar en ben je nog steeds mede-eigenaar van het huis? Dan moet je de waarde van jouw deel van de woning en de bijbehorende schuld aangeven in box 3 (sparen en beleggen). In dat geval is toch een deel van het bedrag van het eigenwoningforfait als alimentatie aftrekbaar.

Uitgaven aan je kind

Over ontvangen kinderalimentatie hoef je geen belasting te betalen. Je hoeft dit dus niet aan te geven.

In 2015 is een belangrijke aftrekpost voor uitgaven aan kinderen afgeschaft. Je mag niet langer de kosten aftrekken voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

Kinderopvang

Wie zijn kind laat opvangen door een kinderdagverblijf of geregistreerde gastouder, heeft recht op kinderopvangtoeslag. De hoogte van dit bedrag hangt onder andere af van je inkomen, het afgenomen aantal opvanguren en het aantal kinderen dat opvang geniet. Je hebt per kind in totaal recht op maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag.

Voor de uurprijs geldt een maximum. Gaat je kind naar een kinderdagverblijf, dan bedraagt de maximale uurprijs waarover je een tegemoetkoming krijgt 6,84 euro. Voor buitenschoolse opvang ligt de grens op 6,38 euro. Het maximale uurtarief voor gastouderopvang (zowel dagopvang als buitenschoolse opvang) bedraagt 5,48 euro.
Betaal je meer dan deze maximumtarieven, dan is het bedrag boven die grens voor eigen rekening.

Opvang door een au pair valt buiten de kinderopvangtoeslag: deze kosten moet je volledig zelf betalen. Dit geldt ook voor kosten voor de peuterspeelzaal, tussenschoolse opvang en opvang door familie of vrienden.

Kindgebonden budget

Wie minderjarige kinderen heeft en onder een bepaalde inkomens- en vermogensgrens zit, maakt aanspraak op het kindgebonden budget. Dat is een tegemoetkoming in de kosten voor de zorg voor de kinderen.

Er hebben in 2015 grote verschuivingen plaatsgevonden in het kindgebonden budget. De inkomensgrens om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen is verlaagd en enkele kindregelingen zijn opgegaan in het kindgebonden budget. Ouders met een inkomen tot circa 23.000 euro en twee of meer kinderen ontvangen sinds 2015 een hogere tegemoetkoming dan het jaar ervoor. Andere ouders krijgen wat minder.

Wie recht heeft op kindgebonden budget, wordt hier doorgaans automatisch over ingeseind door de Belastingdienst. De inkomensgrens hangt af van het aantal kinderen. De vermogensgrens lag in 2015 op het heffingsvrije vermogen plus 82.093 euro. Was jouw vermogen op 1 januari hoger, dan vis je dus achter het net.

Alleenstaande ouders maken in 2015 aanspraak op maximaal 3.050 euro extra kindgebonden budget, afhankelijk van het inkomen. Dit extraatje vervangt de alleenstaande ouderkorting en de aanvulling op de minimumuitkeringen die voorheen werd verstrekt door de gemeente, het UWV en de Sociale Verzekeringsbank.

Daarnaast ontvangen ouders met een kind van 16 of 17 jaar een extra bedrag aan kindgebonden budget. Dit bedrag vervangt de voormalige tegemoetkoming van het DUO.

Heffingskortingen

Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hoe hoger de korting uitpakt, hoe minder belasting je hoeft te betalen. De algemene heffingskorting is sinds 2014  inkomensafhankelijk. De alleenstaande-ouderkorting en de ouderschapsverlofkorting zijn in 2015 vervallen.

Maar er zijn nog wel enkele heffingskortingen overgebleven, zoals de arbeidskorting, de werkbonus en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Arbeidskorting

Wie werkt heeft recht op een arbeidskorting. De hoogte hiervan hangt af van je leeftijd en de hoogte van je inkomen. Ben je in loondienst, dan houdt je werkgever bij de berekening van de loonheffing al rekening met de arbeidskorting. Je hoeft de arbeidskorting niet apart aan te vragen als je aangifte doet.

Werkbonus

De werkbonus geldt voor werkenden die zijn geboren in 1951, 1952 of 1953, met een inkomen tussen de 17.327en 33.694 euro. De hoogte van deze tegemoetkoming hangt af van je inkomen.

Schenken aan je kind

Je mocht in 2015 aan je (pleeg)kind 5.277 euro belastingvrij schenken. Dit bedrag geldt per kind. Schenkingen van beide ouders worden bij elkaar opgeteld. Aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar mocht je in 2015 eenmalig maximaal 25.322 euro belastingvrij schenken. Dit bedrag kon worden verhoogd tot 52.752 euro als de schenking besteed werd aan de eigen woning of de bekostiging van een heel dure studie.

De eenmalig verhoogde vrijstelling van 100.000 euro voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning is per 1 januari 2015 afgeschaft.

Overige schenkingen

Voor overige schenkingen (dus niet van ouder naar kind, maar bijvoorbeeld van grootouder aan kleinkind) geldt over 2015 een algemene vrijstelling van 2.111 euro per schenker. Kreeg je vorig jaar schenkingen van verschillende personen, dan heb je voor elke schenking een vrijstelling van 2.111 euro. Behalve als de schenkers je ouders of partners van elkaar zijn: in dat geval moet je de schenkingen wel bij elkaar optellen.

Giften

Met een schenking aan een goed doel maak je niet alleen een ander blij, maar ook jezelf. Donaties zijn namelijk fiscaal aftrekbaar van je inkomen in box 1, mits het goede doel door de Belastingdienst officieel is erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en je in ruil voor je gift geen tegenprestatie hebt ontvangen.

Alleen giften die hoger zijn dan één procent van je drempelinkomen, met een minimum van 60 euro zijn aftrekbaar. Elke euro daarboven mag je aftrekken. Er geldt ook een bovengrens. Bedragen hoger dan 10 procent van je belastbaar inkomen zijn niet aftrekbaar. De genoemde drempel geldt niet voor elke donatie afzonderlijk: je mag alle giften aan goede doelen bij elkaar optellen.

Werk je als vrijwilliger voor een ANBI, dan maak je aanspraak op een vrijwilligersvergoeding, maar zie je van dit geld af, dan mag je deze gemiste vergoeding aftrekken als gift. Ook niet-gedeclareerde kosten die je als vrijwilliger voor het goede doel hebt gemaakt, mag je meetellen als gift.

Doe je een gift aan een culturele ANBI, dan mag je bij de berekening van deze aftrekpost deze gift met 25 procent verhogen, met een maximum van 1.250 euro per jaar.

Periodieke giften

De bovengenoemde drempel geldt niet voor periodieke giften die minimaal vijf jaar worden gedaan. Deze giften hoeven niet bij een notaris te worden vastgelegd. Een schenkingsovereenkomst volstaat ook.

Erven

Heb je een erfenis ontvangen, dan heb je recht op een vrijstelling. Voor gehuwden, geregistreerd partners of samenwonende stellen bedraagt deze 633.014 euro over 2015. Kinderen en kleinkinderen zijn voor 20.047 euro vrijgesteld en ouders voor 47.477 euro. Voor overige erfgenamen, zoals vrienden, broers of zussen, bedraagt de vrijstelling 2.111 euro. Over het bedrag daarboven betaal je belasting.

De grens van de eerste schijf voor de erfbelasting is in 2015 met 4.082 euro verhoogd naar 121.296 euro. Over het bedrag bovenop de vrijstelling betalen kinderen in deze schijf 10 procent, kleinkinderen 18 procent en overige erfgenamen 30 procent. Voor de tweede schijf liggen de tarieven hoger: kinderen betalen over deze schijf 20 procent, kleinkinderen 36 procent en overige erfgenamen 40 procent.

De kosten voor uitvaart of crematie mag je aftrekken van de erfenis. Wel moet je van deze kosten eventuele uitkeringen van een uitvaartverzekering aftrekken.

Lees ook:

Slimme aftrekposten bij de aangifte 2015: je ziektekosten

Belastingaangifte 2015: let op deze vergeten aftrekposten

Huis erven? Pas op voor deze 7 valkuilen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl